<meta name='google-adsense-platform-account' content='ca-host-pub-1556223355139109'/> <meta name='google-adsense-platform-domain' content='blogspot.com'/> </head><body>

Appels in de tuin

zaterdag, oktober 20, 2007


Ik dribbel met mezelf en raak verstrikt in mijn eigen benenwerk. Elk stapje in de richting van het doel wordt stuntelig verborgen in schijnbewegingen. Ik loop achter mijn eigen staart aan. I'm only confusing myself. Een machinegeweer wordt genadeloos leeggeschoten. Het is vooral veel lucht en losse flodders maar af en toe snijdt een metalen omhulsel toch door vlees en beenderen om er te blijven zitten en te etteren tot het pus er uit drupt. Ik hoor enkel nog mijn eigen stem, die holle klanken, die woorden die al zo vaak gevallen zijn en telkens mijn leven een klein beetje herschapen. Om dan morgen wakker te worden en te denken dat er misschien helemaal niemand naast me zat. Ik ben in de war en tegelijk hou ik me met alle moeite op de vlakte waar ik alles van alle kanten van mijlenver kan zien afkomen. Ik ben in de war en het is mistig in mijn hoofd. Ik dans een salsa en verander elke vijf minuten van partner om dan op het einde van de avond alleen over te blijven. Alleen met zere voeten en het gevoel dat het misschien allemaal niet zo'n vaart hoeft te lopen. Wacht, wie was jij ook alweer? Ja, nu weet ik het weer. Jij was de stilte naast me die de leegte vulde. Mijn excuus om mezelf te kunnen horen praten. Het was een groot doolhof waar deuren op een kier gezet worden die nergens naar toe leiden. Het ruikt er lekker en de drank is er goed maar een vette kater zit ergens op een tak verleidelijk te loeren. Geen mens die luistert naar zijn eigen advies. Geen mens die weet waar het morgen te doen is.


Ik zag je ogen en je ogen zagen mij. Wat heb ik gezien? Ik keek binnen in het enigma van de illusie die me in het ootje neemt. Ik intrigeer je om mezelf een beetje terug te vinden, om het gevoel te hebben dat we niet blijven roeren in de soep tot ze koud is. Ik herlees en glimlach, dat moet er eigenlijk uit, dat is een mijnenveld waar geen mens in wil belanden. Het blijft staan want de trein stopt en mensen stappen op. Ik geniet even van de muziek en als ik terug herbegin zijn al heel wat zinnen over het mijnenveld heen gegoten en een onschuldige glimlach wandelt binnen. De kaartjesknipper stinkt ongelooflijk hard naar zweet. Ik krijg het allemaal niet zo goed meer verwoord. You're taking so much on your plate that you have to watch out for what falls of the side. Het spel moet verder en de dobbelsteen rolt over de groene mat. Ik heb zoveel ballen in de lucht dat er vroeg of laat één zal vallen. Dingen worden triviaal want ik verlies mezelf in een kleine kamer waar het ongedierte de beste plaats krijgt. Er knaagt iets en het geluid maakt me ongemakkelijk. Ik voel me uit mijn vel kruipen, uit mijn hoofd barsten maar dan is er weer een lach en het ongedierte vlucht snel naar de hoek. Waar lachen we eigenlijk om? Wacht, wie was jij ook al weer? Nee, het komt niet meer in me op. Ik mis de stilte en de kamer is ineens te vol. Ik sluit mijn ogen en een zoute traan rolt zijn weg naar mijn mondhoek. Ben... ben je er nog?

opgehoest door Sicyon
11:42

--------------------------------------------------------