Tijdens mijn eerste weekend in Taiwan ontmoet ik wat meer interns. De enige die echt tijd schijnt te hebben voor me is een indier van New Delhi. Sinds die zaterdag heb ik het merendeel van mijn vrije tijd met hem doorgebracht. Lange discussies en verhalen over ons leven en de wereld in het algemeen. Zijn ex had hem gedumpt tijdens de eerste week dat hij in Taiwan was terwijl zij in Parijs zat. Hij staat net een beetje buiten de groep van andere interns en doordat ik zoveel met hem optrek beland ik daar ook (alhoewel het meer te maken heeft met het feit dat ik zo laat ben gekomen).
Tijdens mijn eerste werkweek doe ik niet zo heel veel. Het merendeel van de tijd moet ik mijn uren vullen met papers opzoeken. Ze hadden niet echt een opdracht voor mijn internship. De bedoeling was initieel dat ik zelf maar iets moest bedenken dat ik wou doen. Relatief vlug had ik samen met Krzysztof iets bedacht dat wel interessant en haalbaar scheen. Het probleem met dit idee schuilt echter in het feit dat ik veel hulp zo nodig hebben van andere mensen om mijn samples te maken en dat ik de nodig support en funding zou moeten vinden alvorens echt iets te kunnen doen. Ik ontmoet mensen in wiens labo’s ik zal moeten werken, praat met mensen die me willen helpen, kijk mee tijdens HR-TEM (high resolution transmission electron microscopy) metingen van Krzysztof samples, zit in saaie meetings waar ik niets verloren heb en lees veel papers om de tijd te doden tussen msn chats met andere interns. Na een week zie ik eindelijk de binnenkant van een echt chemisch lab en het is verdomme een rommelig en smerig labo. Krzysztof toont mij de basis van zijn proces om een counter electrode te maken en al bij al is het eenvoudig en snel gedaan. Drie jonge mannen van het lab nemen ons mee naar een restaurant voor de lunch. We vergeten hen terug te betalen en keren terug naar ons kantoor. Schuldgevoel bekruipt me. Volgende keer betaal ik ze wel terug. Waarschijnlijk.
Het is woensdag en de andere interns willen in ‘s avonds naar de disco gaan en ik zeg aan de indier dat ik wel mee wil. De managers van het kantoor hebben lunch besteld voor iedereen op kantoor en we eten allemaal samen in een meeting room. Ik ontmoet het hoofd van mijn departement en we praten voor enkele minuten. Amanda moet in de namiddag een poster voor de lobby gaan reviewen bij de publisher en stelt voor dat Krzysztof en ik meekomen met haar wagen. Ze zou ons de stad een beetje tonen waar ze moest zijn en ik zou in een Carrefour wat inkopen kunnen gaan doen. Eens we bij de publisher zijn wordt het duidelijk dat het meer dan 50 posters zijn dat ze moeten reviewen en we zitten daar een hele lange tijd voordat Krzysztof en ik beslissen naar de Carrefour te gaan. Hij toont me heel wat soorten fruit en ik koop er heel wat. Amanda is klaar en vertrekt van de publisher maar vindt ons niet meer terug. Bijna ging ze ons laten omroepen in de Carrefour wanneer we haar plots tegen het lijf lopen. Het was al na zes uur en Krzysztof willen samen iets gaan eten in de straatmarkt nabij de plek waar hij woont. Ze leiden mij rond in de straatmarkt en ondertussen wordt het donker. Ik begin in te zien dat ik niet mee zal kunnen gaan met de andere interns en ik heb geen enkele manier om hun te waarschuwen of te zeggen waar ik ben. Ondertussen gaan we naar een electronica zaak en bekijken een heleboel nieuwe gsm’s. Op de weg terug naar Krzysztof’s flatje verplichten ze mij om beetlenuts te kopen. Die worden verkocht door meisjes die wij al belgen volledig zouden aanzien als hoeren. Ze zitten halfnaakt in een boetiek op een stoeltje achter een vitrine met fluo groene of roze TL lampen om hun heen. Ze verkopen echter niet hun lichaam maar beetlenuts. Het is een soort noot die truckchaffeurs en gelijkaardig volk kopen om wakker te blijven tijdens hun lange ritten en de vrouwen zitten daar enkel op die manier om meer te verkopen. Beetlenuts kunnen kanker veroorzaken en wordt aanzien als iets dat je niet zou moeten eten als deftige burger. Het is iets waar je moet op kauwen en dan het vocht ervan uitspuwen. Het smaakt afschuwelijk slecht en je krijgt er rode tanden van. Amanda en Krzysztof verplichten mij om een pakje te gaan kopen en later in zijn flatje eten we er elk 1. Bah, gore smaak. Ik ontmoet Krzysztof’s vrouw en het wordt vrij laat. Tegen 1u30 zijn Amanda en ik terug op de campus. Ik kruip in bed en tegen 2u30 word ik wakker gebeld door de indier die samen met de rest juist terug is van de club en wou weten of ik nog leefde. Ja dus.
Prayag, de indier, hoort van iemand van zijn kantoor van een plek die Lavender Garden heet en de foto’s die hij me toont op internet lijken ongelooflijk fabelachtig. We proberen een manier te vinden om er te raken maar al snel ontdekken we dat de treinlijn die richting Neiwan gaat niet meer rijdt en dat we dus een andere oplossing moeten bedenken. Ik spreek er met Amanda over en vraag haar om de website van Lavender Garden te vertalen. Vijf minuten later heb ik het voor mekaar dat zij ons met haar wagen naar daar brengt en ons een hele dag de mooie dingen in de buurt toont. Een uur later stel ik haar voor aan Prayag en gaan we met drie gaan avondeten bij een vietnamees. Twee dagen later staan we terug met drie om 8u ’s morgens in de lobby van building 89, klaar om te vertrekken voor een dag vol avontuur. Een dag die uiteindelijk 1 van de meest aangename dagen in lange tijd zou blijken. Na wat rondzoeken en directies vragen komen we voorbij het dorpje Neiwan en tijdens de doortocht spreken we af om hier later op de dag terug te komen in de rivier in te gaan. We rijden eerst verder naar Lavender Garden wat een beetje hoger in de bergen ligt. Eens daar lijkt er heel wat volk op af gekomen de zijn, het is namelijk zondag voor iedereen. Lavender Garden is ongelooflijk mooi, de garden zelf maar eigenlijk vooral het uitzicht langs alle kanten. We lopen overal rond, praten over van alles en nog wat en genieten van het uitzicht. Prayag geniet zienderogend van de aandacht die hij krijgt van Amanda en ik gun het hem. Hij breekt me eindeloos lang af voor haar zodat hij bijna een god lijkt, ik weet dat het allemaal om te lachen is en bijt niet terug behalve als hij echt te ver gaat. Na wat aanschuiven kunnen we eindelijk een maaltijd krijgen in het restaurant van Lavender Garden. Het is een vrij dure maaltijd maar overheerlijk. We krijgen een mooie tafel met een ongelooflijk zicht. Terwijl we eten wordt het steeds mistiger en bewolkter tot als het plots begint te regen, bliksemen en donderen. We genieten van de plotse afkoeling van het weer en genieten van de regen. De klok tikt verder en uiteindelijk keren we terug naar Neiwan waar we een marktje aflopen en proeven van vele plaatselijke delicatessen. Na wat omwegen komen we terug bij de rivier, doen we onze schoenen uit en pootje baden richting een grote rots midden in een hevige stroming. Prayag kan niet zwemmen en maakt handig gebruik van dit feit om zich aan Amanda vast te klampen. Grappig grappig. Een bruine indier, een geel taiwaneesje en een blanke belg komen uiteindelijk veilig bij de rots aan. Prayag en ik proberen eindelijk om Amanda’s levensverhaal te horen maar ze durft niet te veel te vertellen maar luistert gretig naar onze verhalen. Ze vertelt een beetje over haar verblijf in de UK en de US en haar relaties. Er wordt heel wat afgelachen en geplaagt. Stilletjes aan zijn we niet meer gewoon twee interns voor haar. We lopen over een houten brug en mensen bekijken ons overal we langskomen. Stilletjes aan keren we terug. Eens op de campus spreken we af om samen pizza’s te gaan eten en daarna een bar te zoeken. Na de pizza’s komen we in een bar waar ze Stella’s verkopen voor een slordige 5 euro de pint. Ik drink geen stella, obviously. Stilletjes aan wordt de sfeer zeer relaxed en de zetels worden dieper. Om twaalf uur dertig gaan we naar buiten en stappen we naar het midden van een gigantisch rondpunt waar een soort tempel staat. We zitten op de trappen voor de tempel tot 2u en breken Amanda’s burcht stilltetjes aan af. Uiteindelijk verteld ze ons iets dat ze niet gemakkelijk kwijt kan. De sfeer is een beetje die van een black comedy. Melancholisch gelukkig, iedereen deelt zijn demonen met de rest. Een meute straathonden bekruipt mekaar in de achtergrond en uiteindelijk keren we terug naar de campus. Het is stil in de wagen maar niet helemaal stil. It’s weird that I had to come half way around the world to find people to really communicate with. Thanks for a beautiful day guys.
Tijdens mijn eerste werkweek doe ik niet zo heel veel. Het merendeel van de tijd moet ik mijn uren vullen met papers opzoeken. Ze hadden niet echt een opdracht voor mijn internship. De bedoeling was initieel dat ik zelf maar iets moest bedenken dat ik wou doen. Relatief vlug had ik samen met Krzysztof iets bedacht dat wel interessant en haalbaar scheen. Het probleem met dit idee schuilt echter in het feit dat ik veel hulp zo nodig hebben van andere mensen om mijn samples te maken en dat ik de nodig support en funding zou moeten vinden alvorens echt iets te kunnen doen. Ik ontmoet mensen in wiens labo’s ik zal moeten werken, praat met mensen die me willen helpen, kijk mee tijdens HR-TEM (high resolution transmission electron microscopy) metingen van Krzysztof samples, zit in saaie meetings waar ik niets verloren heb en lees veel papers om de tijd te doden tussen msn chats met andere interns. Na een week zie ik eindelijk de binnenkant van een echt chemisch lab en het is verdomme een rommelig en smerig labo. Krzysztof toont mij de basis van zijn proces om een counter electrode te maken en al bij al is het eenvoudig en snel gedaan. Drie jonge mannen van het lab nemen ons mee naar een restaurant voor de lunch. We vergeten hen terug te betalen en keren terug naar ons kantoor. Schuldgevoel bekruipt me. Volgende keer betaal ik ze wel terug. Waarschijnlijk.
Het is woensdag en de andere interns willen in ‘s avonds naar de disco gaan en ik zeg aan de indier dat ik wel mee wil. De managers van het kantoor hebben lunch besteld voor iedereen op kantoor en we eten allemaal samen in een meeting room. Ik ontmoet het hoofd van mijn departement en we praten voor enkele minuten. Amanda moet in de namiddag een poster voor de lobby gaan reviewen bij de publisher en stelt voor dat Krzysztof en ik meekomen met haar wagen. Ze zou ons de stad een beetje tonen waar ze moest zijn en ik zou in een Carrefour wat inkopen kunnen gaan doen. Eens we bij de publisher zijn wordt het duidelijk dat het meer dan 50 posters zijn dat ze moeten reviewen en we zitten daar een hele lange tijd voordat Krzysztof en ik beslissen naar de Carrefour te gaan. Hij toont me heel wat soorten fruit en ik koop er heel wat. Amanda is klaar en vertrekt van de publisher maar vindt ons niet meer terug. Bijna ging ze ons laten omroepen in de Carrefour wanneer we haar plots tegen het lijf lopen. Het was al na zes uur en Krzysztof willen samen iets gaan eten in de straatmarkt nabij de plek waar hij woont. Ze leiden mij rond in de straatmarkt en ondertussen wordt het donker. Ik begin in te zien dat ik niet mee zal kunnen gaan met de andere interns en ik heb geen enkele manier om hun te waarschuwen of te zeggen waar ik ben. Ondertussen gaan we naar een electronica zaak en bekijken een heleboel nieuwe gsm’s. Op de weg terug naar Krzysztof’s flatje verplichten ze mij om beetlenuts te kopen. Die worden verkocht door meisjes die wij al belgen volledig zouden aanzien als hoeren. Ze zitten halfnaakt in een boetiek op een stoeltje achter een vitrine met fluo groene of roze TL lampen om hun heen. Ze verkopen echter niet hun lichaam maar beetlenuts. Het is een soort noot die truckchaffeurs en gelijkaardig volk kopen om wakker te blijven tijdens hun lange ritten en de vrouwen zitten daar enkel op die manier om meer te verkopen. Beetlenuts kunnen kanker veroorzaken en wordt aanzien als iets dat je niet zou moeten eten als deftige burger. Het is iets waar je moet op kauwen en dan het vocht ervan uitspuwen. Het smaakt afschuwelijk slecht en je krijgt er rode tanden van. Amanda en Krzysztof verplichten mij om een pakje te gaan kopen en later in zijn flatje eten we er elk 1. Bah, gore smaak. Ik ontmoet Krzysztof’s vrouw en het wordt vrij laat. Tegen 1u30 zijn Amanda en ik terug op de campus. Ik kruip in bed en tegen 2u30 word ik wakker gebeld door de indier die samen met de rest juist terug is van de club en wou weten of ik nog leefde. Ja dus.
Prayag, de indier, hoort van iemand van zijn kantoor van een plek die Lavender Garden heet en de foto’s die hij me toont op internet lijken ongelooflijk fabelachtig. We proberen een manier te vinden om er te raken maar al snel ontdekken we dat de treinlijn die richting Neiwan gaat niet meer rijdt en dat we dus een andere oplossing moeten bedenken. Ik spreek er met Amanda over en vraag haar om de website van Lavender Garden te vertalen. Vijf minuten later heb ik het voor mekaar dat zij ons met haar wagen naar daar brengt en ons een hele dag de mooie dingen in de buurt toont. Een uur later stel ik haar voor aan Prayag en gaan we met drie gaan avondeten bij een vietnamees. Twee dagen later staan we terug met drie om 8u ’s morgens in de lobby van building 89, klaar om te vertrekken voor een dag vol avontuur. Een dag die uiteindelijk 1 van de meest aangename dagen in lange tijd zou blijken. Na wat rondzoeken en directies vragen komen we voorbij het dorpje Neiwan en tijdens de doortocht spreken we af om hier later op de dag terug te komen in de rivier in te gaan. We rijden eerst verder naar Lavender Garden wat een beetje hoger in de bergen ligt. Eens daar lijkt er heel wat volk op af gekomen de zijn, het is namelijk zondag voor iedereen. Lavender Garden is ongelooflijk mooi, de garden zelf maar eigenlijk vooral het uitzicht langs alle kanten. We lopen overal rond, praten over van alles en nog wat en genieten van het uitzicht. Prayag geniet zienderogend van de aandacht die hij krijgt van Amanda en ik gun het hem. Hij breekt me eindeloos lang af voor haar zodat hij bijna een god lijkt, ik weet dat het allemaal om te lachen is en bijt niet terug behalve als hij echt te ver gaat. Na wat aanschuiven kunnen we eindelijk een maaltijd krijgen in het restaurant van Lavender Garden. Het is een vrij dure maaltijd maar overheerlijk. We krijgen een mooie tafel met een ongelooflijk zicht. Terwijl we eten wordt het steeds mistiger en bewolkter tot als het plots begint te regen, bliksemen en donderen. We genieten van de plotse afkoeling van het weer en genieten van de regen. De klok tikt verder en uiteindelijk keren we terug naar Neiwan waar we een marktje aflopen en proeven van vele plaatselijke delicatessen. Na wat omwegen komen we terug bij de rivier, doen we onze schoenen uit en pootje baden richting een grote rots midden in een hevige stroming. Prayag kan niet zwemmen en maakt handig gebruik van dit feit om zich aan Amanda vast te klampen. Grappig grappig. Een bruine indier, een geel taiwaneesje en een blanke belg komen uiteindelijk veilig bij de rots aan. Prayag en ik proberen eindelijk om Amanda’s levensverhaal te horen maar ze durft niet te veel te vertellen maar luistert gretig naar onze verhalen. Ze vertelt een beetje over haar verblijf in de UK en de US en haar relaties. Er wordt heel wat afgelachen en geplaagt. Stilletjes aan zijn we niet meer gewoon twee interns voor haar. We lopen over een houten brug en mensen bekijken ons overal we langskomen. Stilletjes aan keren we terug. Eens op de campus spreken we af om samen pizza’s te gaan eten en daarna een bar te zoeken. Na de pizza’s komen we in een bar waar ze Stella’s verkopen voor een slordige 5 euro de pint. Ik drink geen stella, obviously. Stilletjes aan wordt de sfeer zeer relaxed en de zetels worden dieper. Om twaalf uur dertig gaan we naar buiten en stappen we naar het midden van een gigantisch rondpunt waar een soort tempel staat. We zitten op de trappen voor de tempel tot 2u en breken Amanda’s burcht stilltetjes aan af. Uiteindelijk verteld ze ons iets dat ze niet gemakkelijk kwijt kan. De sfeer is een beetje die van een black comedy. Melancholisch gelukkig, iedereen deelt zijn demonen met de rest. Een meute straathonden bekruipt mekaar in de achtergrond en uiteindelijk keren we terug naar de campus. Het is stil in de wagen maar niet helemaal stil. It’s weird that I had to come half way around the world to find people to really communicate with. Thanks for a beautiful day guys.